Over een erfenis moet je belasting betalen. Dit noem je successierecht. De belastingdienst stuurt daarvoor – ongeveer vier maanden nadat iemand overleden is -een aangifteformulier naar de erfgenamen. Per 1 januari 2010 spreekt men niet meer over successierecht, maar over erfbelasting.

Hoe bereken je successierecht?

Je geeft alle bezittingen en schulden van de overledene op. Hierbij geldt de waarde op het moment van overlijden (en dus niet de aanschafwaarde van bijvoorbeeld de televisie of de waarde van de auto nadat neef Wilfred er na het overlijden van oom Dirk goed gebruik van heeft gemaakt waardoor de waarde van de auto in een paar maanden enorm is gedaald). Je berekent hoeveel geld jij krijgt. Je hoeft niet over dat hele bedrag belasting te betalen. De belastingdienst heeft een vrijgesteld bedrag bedacht. Dat bedrag mag je afhalen van de erfenis die je krijgt. Over het deel dat dan nog overblijft, moet je belasting betalen.

Je kunt via onze rekenmodule successierecht berekening eenvoudig uitrekenen hoeveel successierecht je moet betalen en hoeveel er dus overblijft.

Als je het liever zelf met de hand doet, vindt je hier onder de gegevens.

Hoe hoog zijn de vrijgestelde bedragen?

1. De echtgenoot/geregistreerd partner:

Voor de echtgenoot/ geregistreerd partner is het bedrag .

2. Samenwoners

Voor samenwoners ligt het iets ingewikkelder. Je hebt – net zoals de echtgenoot/geregistreerd partner – recht op een vrijstelling van als je:

  1. langer dan 6 maanden met de overledene hebt samengewoond;
  2. bij de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres als de overledene stond ingeschreven;
  3. in een notarieel samenlevingscontract een zorgverplichting hebt vastgelegd;
  4. geen bloedverwant in de rechte lijn (grootouders – ouders – kinderen – kleinkinderen) van de overledene bent;
  5. voor de inkomstenbelasting een fiscaal partner van de overledene was;
  6. niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoet, maar wel vanaf je 22ste jaar tot aan het overlijden vijf jaar met de overledene hebt samengewoond.

Als je aan geen enkele van de bovenstaande voorwaarden voldoet maar wel na je 22ste jaar vier jaar samen hebt gewoond, dan geldt een vrijstelling van .

Als je drie jaar samen hebt gewoond, dan geldt een vrijstelling van . Als je twee jaar samen hebt gewoond, geldt een vrijstelling van .

3. Kinderen

  • Kinderen tot 23 jaar
    Voor de kinderen tot 23 jaar geldt een vrijstelling van
    voor elk jaar dat zij jonger zijn dan 23 jaar. Hierbij geldt een maximum van .
  • Kinderen vanaf 23 jaar
    Voor kinderen vanaf 23 jaar is er een vrijstelling van . Deze vrijstelling is alléén van toepassing als het geërfde bedrag maximaal  is. Als het geërfde bedrag meer is dan dan is de vrijstelling niet van toepassing.Stel: een kind erft €. 26.000,00 of minder van de overledene. Dan geldt een vrijstelling van . Als een kind of meer erft, geldt er geen vrijstelling. Je moet dan over het hele geërfde bedrag belasting betalen.
  • Invalide kinderen
    Als het kind invalide is, krijgt het een vrijstelling .

4. Ouders

Voor ouders geldt een vrijstelling van

5. Andere bloedverwanten in de rechte lijn (grootouders en kleinkinderen)

Zij hebben een vrijstelling tot . In de praktijk betekent dit dat wanneer het bedrag lager is dan , je dan geen successierecht hoeft te betalen. Als het geërfde bedrag hoger is dan moet je over het hele bedrag belasting betalen.

6. Overige

In alle andere gevallen is er een vrijstelling van

In welk tarief val ik?

Als je van het totale bedrag dat je erft, het vrijgestelde bedrag afhaalt, weet je over welk bedrag je belasting moet betalen. De vraag is alleen: hoeveel? Er zijn drie tariefgroepen, en het principe van successierecht is simpel: hoe meer je erft, hoe meer je moet betalen.

Tariefgroep 1

Dit is de tariefgroep voor de echtgenoot, geregistreerd partner, de samenwoners die gebruik maken van een vrijstelling, kinderen en (achter)kleinkinderen. bHet tarief begint bij 5 procent en kan oplopen tot 27 procent. Kleinkinderen en achterkleinkinderen moeten nog eens 60 procent extra betalen.

Tariefgroep 2

Deze groep is van toepassing op broers, zusters, ouders en grootouders van de overledene. Dit tarief loopt van 26 procent tot maximaal 53 procent.

Tariefgroep 3

Deze groep is voor iedereen die niet in groep 1 of groep 2 is genoemd. Dit tarief begint bij 41 procent en kan maximaal 68 procent bedragen.

Goede doelen

Voor goede doelen geldt vanaf 1 januari 2006 een eigen tarief van 0 %. Dit betekent dat de goede doelen die een erfenis of een deel van de erfenis krijgen hierover geen successierecht hoeven te betalen. Voor 1 januari 2006 was dit percentage 8% (in 2005 was het percentage al van 11% naar 8% verlaagd).

Dit hield mensen soms tegen om aan een goed doel iets na te laten en was dan ook de reden dat er stemmen opgingen om dit percentage verder te verlagen. De beheersers van de schatkist waren hier natuurlijk niet blij mee. Het thans ingestelde tarief van 0% is voor een groot deel door de (publieke) acties van Johan Cruyff voor zijn Foundation bewerkstelligd. Johan Cruyff stelde dat de overheid het verlies van inkomsten dan maar als schenking aan de goede doelen moest gaan beschouwen.