Bij een erfeniskwestie die in behandeling was bij de rechtbank Overijssel blijkt dat een betrokken huisarts in dit soort gevallen het beroepsgeheim mag schenden.
Testament
De betreffende huisarts was de arts van een vrouw die in 2014 kwam te overlijden. In 2008 had de vrouw een testament laten opstellen. Hierin had zij haar man en drie van hun vier kinderen als enige erfgenamen benoemd. Aan het vierde kind liet zij een vastgesteld bedrag na.
Dement
De dochter (het vierde kind) was het niet eens met deze regeling. Zij bestreed de waarde van het betreffende testament, omdat volgens haar haar moeder bij het opstellen van het testament al dement was en dus niet in staat was haar laatste wil te bepalen.
Rechtszaak
In 2015 begon zij een rechtszaak om het testament nietig te laten verklaren. Zij kreeg van de rechter de opdracht om te bewijzen dat haar moeder inderdaad dement was ten tijde van het opstellen van het testament. De dochter benaderde hiervoor de huisarts van haar ouders. Met toestemming van de familie besloot de huisarts hieraan mee te werken. Hij gaf toestemming om een onafhankelijke arts het dossier te laten beoordelen.
Eigen wil
De onafhankelijke arts kwam op basis van het medische dossier van mevrouw tot de conclusie dat zij ten tijde van het opmaken van het testament inderdaad dement was. Zij was toen niet in staat om haar eigen wil te bepalen en de gevolgen van haar beslissingen te overzien.
Contra-expertise
De vader en de andere kinderen vroegen vervolgens een contra-expertise aan. Zij wilden een andere arts naar het dossier laten kijken en vroegen de huisarts om het medische dossier opnieuw beschikbaar te stellen. Deze weigerde om het dossier opnieuw ter beschikking te stellen. Hij was de familie eenmalig tegemoet gekomen en vond niet dat er zwaarwegend belang was om het medisch beroepsgeheim nog een keer te schenden. Hier was de familie het natuurlijk niet mee eens. Er volgde een kort geding. De voorzieningenrechter van rechtbank Overijssel vindt het beland van hoor en wederhoor zwaarder wegen dan het medisch beroepsgeheim. Dit omdat hoor en wederhoor een ‘fundamenteel beginsel van het burgerlijk procesrecht vormt’, zo zegt de rechter. De huisarts moet alsnog inzage geven in het medische dossier van de vrouw.