Door een slimme constructie wist een weduwe €229.064 aan erfbelasting uit te sparen. Toch ging dit niet zonder slag of stoot. Er moest een rechtszaak aan te pas komen, maar uiteindelijk kreeg de weduwe gelijk.
Huwelijkse voorwaarden
In dit geval gaat het om een vermogend echtpaar dat al jarenlang in gemeenschap van goederen was getrouwd. In oktober 2017 besloten zij naar de notaris te stappen om huwelijkse voorwaarden op te maken. Hierbij werd vastgelegd dat 10 procent van alle bezittingen aan de man toebehoorden en 90 procent aan de vrouw. Twee maanden later kwam de man te overlijden.
Belastingaanslag
De Belastingdienst kwam toch met een flinke aanslag op de proppen. Zij gingen er bij het berekenen van de erfbelasting vanuit dat het stel in gemeenschap van goederen was getrouwd. Hierdoor kreeg de vrouw een aanslag van €229.064. De Belastingdienst was van mening dat het aanpassen van de huwelijkse voorwaarden als schenking kon worden gezien. Schenkingen die korter dan een half jaar voor iemands overlijden worden gedaan, vallen onder de nalatenschap. Hier moet dus erfbelasting over worden betaald.
Naar de rechter
De weduwe was het niet eens met deze conclusie van de Belastingdienst en stapte naar de rechter. Deze boog zich over de zaak. Op basis van oude uitspraken van de Hoge Raad oordeelde de rechter dat er geen sprake is van een schenking als de huwelijksovereenkomst wordt aangepast. Ook was er in de ogen van de rechter geen sprake van misbruik van recht. Het stel had het volste recht om huwelijkse voorwaarden op te maken. Daarnaast had het ook zo kunnen zijn dat de vrouw als eerste was overleden. In dat geval had het stel geen voordeel gehad bij deze aanpassing. Sterker nog. In dat geval was hij behoorlijk in het nadeel geweest.
Geen erfbelasting
Al met al besloot de rechter dat de vrouw volledig in haar recht stond. Dit betekent dat zij geen cent aan erfbelasting hoeft te betalen. Dit omdat de 10 procent die zij erft van haar man lager uitvalt dan de partnervrijstelling van €638.089.